"Hij laat mij rusten in groene weiden." (Psalm 23,2a)
"Hij laat mij rusten in groene weiden." (Psalm 23,2a)
Psalm 23 (NBV 2004)
Psalm 23 (NBV 2004)
1a De Heer is mijn herder,
1a De Heer is mijn herder,
1b het ontbreekt mij aan niets.
1b het ontbreekt mij aan niets.
2a Hij laat mij rusten in groene weiden
2a Hij laat mij rusten in groene weiden
2b en voert mij naar vredig water,
2b en voert mij naar vredig water,
3a hij geeft mij nieuwe kracht
3a hij geeft mij nieuwe kracht
3b en leidt mij langs veilige paden
3b en leidt mij langs veilige paden
3c tot eer van zijn naam.
3c tot eer van zijn naam.
4a Al gaat mijn weg
4a Al gaat mijn weg
door een donker dal,
door een donker dal,
4b ik vrees geen gevaar,
4b ik vrees geen gevaar,
4c want u bent bij mij,
4c want u bent bij mij,
4d uw stok en uw staf,
4d uw stok en uw staf,
zij geven mij moed.
zij geven mij moed.
5a U nodigt mij aan tafel
5a U nodigt mij aan tafel
voor het oog van de vijand,
voor het oog van de vijand,
5b u zalft mijn hoofd met olie,
5b u zalft mijn hoofd met olie,
5c mijn beker vloeit over.
5c mijn beker vloeit over.
6a Geluk en genade volgen mij
6a Geluk en genade volgen mij
alle dagen van mijn leven,
alle dagen van mijn leven,
6b ik keer terug in het huis van de Heer
6b ik keer terug in het huis van de Heer
6c tot in lengte van dagen.
6c tot in lengte van dagen.
Psalm 23 (NBV 2021)
Psalm 23 (NBV 2021)
1a De Heer is mijn herder,
1a De Heer is mijn herder,
1b het ontbreekt mij aan niets.
1b het ontbreekt mij aan niets.
2a Hij laat mij rusten in groene weiden
2a Hij laat mij rusten in groene weiden
2b en voert mij naar vredig water,
2b en voert mij naar vredig water,
3a Hij geeft mij nieuwe kracht
3a Hij geeft mij nieuwe kracht
3b en leidt mij langs veilige paden
3b en leidt mij langs veilige paden
3c tot eer van zijn naam.
3c tot eer van zijn naam.
4a Al gaat mijn weg
4a Al gaat mijn weg
door een donker dal,
door een donker dal,
4b ik vrees geen gevaar,
4b ik vrees geen gevaar,
4c want U bent bij mij,
4c want U bent bij mij,
4d uw stok en uw staf,
4d uw stok en uw staf,
zij geven mij moed.
zij geven mij moed.
5a U nodigt mij aan tafel
5a U nodigt mij aan tafel
voor het oog van de vijand,
voor het oog van de vijand,
5b U zalft mijn hoofd met olie,
5b U zalft mijn hoofd met olie,
5c mijn beker vloeit over.
5c mijn beker vloeit over.
6a Geluk en genade volgen mij
6a Geluk en genade volgen mij
alle dagen van mijn leven,
alle dagen van mijn leven,
6b ik verblijf in het huis van de Heer
6b ik verblijf in het huis van de Heer
6c tot in lengte van dagen.
6c tot in lengte van dagen.